ARC-03 ARC-07

Analyse Centre Pompidou

Inhoud Centre Pompidou analyse

Historie

De historie van het vermaarde Centre Pompidou start bij de ‘wil’ van de Franse president Georges Pompidou. Een wedstrijd werd uitgeschreven om op de grote oppervlakte in de binnenstad een multifunctioneel gebouw neer te zetten. De wedstrijd werd uitgeschreven in 1970 en was ontworpen door een team met aan het hoofd Sébastien Loste. De jury werd aangevoerd door Jean Prouvé en de jury koos Renzo Piano, Richard Rogers en Gianfranco Franchini om het  toen nog ‘Centre Beaubourg’ genaamde project te bouwen.

Piano en Rogers hadden een ontwerp ingediend wat ‘in the spirit of Spring ’68, a ‘dynamic communications machine’, a ‘people’s centre, a university of the street reflecting the constantly changing needs of users’ kon zijn.

De constructie van het gebouw begon in 1972 en de bouw van het metalen dak in september van 1974. Op hetzelfde moment begonnen de toekomstige instituten die het gebouw moesten vullen met opzetten van hun programma’s. Tijdens de bouw – volledig binnen het multifunctionele idee van het gebouw – werd al een centrum geïmplementeerd met de naam ‘Centre de création industrielle’.

 Kleuren 

Kleuren geven aan wat voor gebruik er gemaakt wordt van de verschillende buizen aan zowel de binnen als buitenkant. Er zijn vier kleuren gebruikt: blauw, groen, geel en rood.

Blauw: de airconditioning

Groen: waterleindingen/circuits

Geel: elektriciteit

Rood: circulatie (liften etc.) en veiligheid (sprinklers etc.)

Wat uit de gekleurde delen blijkt is dat er een zeer groot belang gehecht is aan circulatie op zich. Alle gekleurde delen ‘vervoeren’ en ‘verplaatsen’ dingen. Dit heeft alles te maken met de bedoeling die het gebouw heeft: mensen vermaak aanbieden in alle verschillende façetten.

Om deze ‘stromen’ nog efficiënter te laten lopen, is de ruimtelijke basisindeling van het gebouw in basiszones ingedeeld. De ingangsniveau zone bevat de informatiediensten, winkels en een groot binnenplein wat complementair is aan het buitenplein. De kern-zone bestaat uit open platforms die een minimum aan permanente afscheidingen zodat het zo flexibel mogelijk is voor tentoonstellingen, shows en allerhande andere manifestaties. De bovenverdieping is voor avondactiviteiten en heeft ook een restaurant vanwaar men een prachtig panorama over de stad heeft. Twee parallel lopende verticale zones aan de voor en achterkant van het gebouw  hebben circulatiefuncties, zo-ook de west-zone die aan het plein grenst. Hierin bevind zich het grootste gedeelte van de circulatiezones tussen de verschillende verdiepingen.

 

Geen verloochening

De constructie elementen zijn niet verborgen. Het niet verdoezelen van materialen wordt door Kahn ondubbelzinnig in zijn beginselverklaring genoemd. Vele van de door Kahn genoemde manieren van elementen laten zien, komen terug in het gebouw. Kahn zegt: ‘de ruimte die door constructie-elementen wordt afgeschermd is net zo belangrijk als de elementen zelf.’ Bij het Centre Pompidou worden bijna alle constructie-elementen aan de buitenkant benut ter ondersteuning van circulaire circuits.  Het draait tenslotte om een multifunctioneel gebouw, iets waar Kahn in zijn manifest niet op rekende. Hij kijkt eerst naar de oervorm die een gebouw met een bepaalde functie moet hebben; multifunctioneel wordt dan een zeer moeilijk verhaal.

De gevonden oplossing van het naar buiten halen van alle technische installaties voor de functionaliteit van het gebouw doet aan als de ideeën van het Italiaanse Superstudio die met hun beelden de architectonische ideeën weergaven door hun utopische denkbeelden weer te geven in in utopische ontwerpen.

Het gebouw is ingeplugged in de oude binnenstad van Parijs. Dit valt te rijmen met de ideeën van de Independent Group die met hun Cluster City binnen de context van de bestaande stad nieuwe architectuur wilden implementeren. Denkende aan verschillende ontwerpen die gemaakt zijn binnen bestaande binnensteden, kunnen deze ontwerpen zeker als uitgangspunten gedient hebben. Bijvoorbeeld de verschillende niveaus binnen het gebouw die verbonden zijn met roltrapinstallaties en horizontaal en verticaal bewegende liften met verschillende voetgangersniveaus en de parkeergarage onder het begouw. De megastructuur onderschrijft ook de wil tot communicatie, mobiliteit en consumptie! Het moest tenslotte deze westerse smaken mixen in één structuur!

Archigram met hun technocratische ideologie en de omarming van hight-tech materialen heeft ook als inspiratiebron gediend, al is hun nonchalante houding ten opzichte van sociale en economische gevolgen niet aanwezig in Centre Pompidou.

Het constructivistische van het gebouw met al haar beweegbare delen en makkelijk verplaatsbare constructie-elementen verwijst weer naar de futuristische kant van zaken. De futuristen en de constructivisten om precies te zijn.

Het gebouw is een conglomeratie van het beste wat de verschillende stijlen die voortkwamen uit het modernisme. Of het uiteindelijk een visueel mooi gebouw opgeleverd heeft, zal voor iedereen verschillend zijn, maar dat het als kern is terechtgekomen op een historische plek met een verhaal richting de historische omgeving waar het zich in bevind, zal niemand kunnen ontkennen.